Zorgverleners positief-kritisch over samenwerking eerste lijn in Zuid-Holland Noord

Zorgverleners in de eerste lijn zijn over het algemeen tevreden over hun wijksamenwerkingsverbanden en zorggroepen in Zuid-Holland Noord. Hoewel er vragen en aandachtspunten zijn, zien de meeste zorgverleners ook de meerwaarde van samenwerking op grotere schaal, met name op de beleidsterreinen deskundigheidsbevordering, ICT en kwaliteit.

Dit blijkt uit tien kwalitatieve interviews met eerstelijnszorgverleners die zijn aangesloten bij de zorggroepen in Zuid-Holland Noord: Alphen op één Lijn, ROHWN, Rijncoepel en Zorggroep Katwijk. Initiatiefnemer van deze steekproef was ‘Samen Doen’, het project in opdracht van Knooppunt Ketenzorg en ROHWN om te komen tot één regio-organisatie. De geïnterviewden zijn bevraagd op de huidige samenwerking binnen wijksamenwerkingsverbanden en zorggroepen, op de zes beleidsterreinen die worden behandeld binnen Samen Doen en op de mogelijke vorming van één regio-organisatie voor Zuid-Holland Noord.

Wijksamenwerkingsverband, zorggroep en regio-organisatie

Gevraagd naar de huidige samenwerking in het wijksamenwerkingsverband en de zorggroep geven huisartsen aan deze te waarderen. Met name de ondersteuning vanuit het bureau en het elkaar inspireren als zorgverleners worden genoemd. Over de tijd die deelname aan een WSV/zorggroep kost en de gestelde eisen zijn sommige huisartsen minder te spreken. Apothekers en paramedici zien het belang van goede multidisciplinaire samenwerking binnen een WSV en zorggroep. Elkaar kennen, korte lijnen, efficiënte zorg en krachten bundelen zijn veelgehoorde termen. Het inbrengen van de eigen discipline in lokaal en regionaal verband wordt als zeer waardevol beschouwd. In de praktijk zijn de huidige ervaringen echter wisselend.

Gevraagd naar de vorming van een regio-organisatie, staan zorgverleners daar positief-kritisch tegenover. Wel geven ze een aantal aandachtspunten mee. Ze willen niet in een keurslijf terecht komen, goed vertegenwoordigd zijn vanuit de monodisciplinaire vereniging, er financieel niet op achteruit gaan, een behapbaar tempo van implementatie en een focus op kwaliteit van zorg.

Deskundigheidsbevordering en arbeidsmarkt

De huisartsen, apothekers en paramedici zijn eveneens bevraagd op de zes beleidsterreinen die binnen ‘Samen Doen’ worden behandeld: deskundigheidsbevordering, arbeidsmarkt, ICT & databeheer, kwaliteit, transmurale afspraken en zorgvernieuwing.

De zorgverleners reageren overwegend positief over het huidige aanbod voor deskundigheidsbevordering vanuit de regio. Toch is er ook behoefte aan lokale scholingen. Meerdere huisartsen benadrukken de behoefte aan specialistische scholingen per beroepsgroep, terwijl apothekers en paramedici juiste aangeven meer behoefte te hebben aan scholingen in multidisciplinair verband. Gevraagd naar samenwerking omtrent de arbeidsmarkt, zien veel zorgverleners kansen in een regionale flexpool. Ook het belang van goed werkgeverschap, doorgroeimogelijkheden, opleiding en stages worden genoemd.

ICT en zorgvernieuwing

Huisartsen zijn tevreden over de ICT-ondersteuning vanuit de zorggroep, blijkt uit de interviews. Een verbeterpunt is de koppeling met systemen van ketenpartners. Ook apothekers en paramedici hebben behoefte aan samenwerking. Toegang tot data en kennis over gegevensuitwisseling ontbreken echter, geven sommige zorgverleners aan. De meeste geïnterviewden zien meerwaarde in regionale schaalvergroting ten aanzien van ICT, onder meer vanwege de complexiteit van het onderwerp en de tijdsinvestering die ermee is gemoeid.

Zorgvernieuwing wordt als een breed begrip beschouwd door zorgverleners. Genoemd worden onder andere Positieve Gezondheid, diabetes jaargesprek, patiëntenparticipatie, minderen met medicatie en digitale consulten. Vanuit een gezamenlijke visie zou een regio-organisatie beleid voor zorgvernieuwing kunnen ontwikkelen, initiatieven kunnen ondersteunen en succesvolle projecten kunnen delen en uitrollen, geven de zorgverleners aan.

Kwaliteit en transmurale afspraken

Door de ketenzorgprogramma’s zijn er goede stappen gezet in de kwaliteit van zorg, benoemen meerdere huisartsen. Het spiegelen op indicatoren wordt als belangrijk ervaren. Een wens is om niet ‘door te slaan’ in verbeterslagen en zeggenschap over de eigen praktijk te behouden. Apothekers en paramedici roepen op ook naar de kwaliteit van samenwerking te kijken, meer dan alleen kwantitatieve data. Daarnaast klinkt de wens voor beschikbaarheid van kaderparamedici en een helder kwaliteitsniveau voor paramedici. Hieraan kan een regio-organisatie bijdragen, aldus geïnterviewde zorgverleners.

Huisartsen tonen zich merendeels tevreden over transmurale afspraken met ziekenhuizen. In de samenwerking met de GGZ valt echter nog winst te behalen. Apothekers en paramedici dringen aan op betere, digitale communicatie vanuit ziekenhuizen. Het belang van transmurale afspraken op regionaal niveau vanuit één spreekbuis, waarbij verschillende disciplines worden betrokken, wordt erkend.

Aan de geïnterviewden is gevraagd wat voor hen de belangrijkste thema’s zijn voor de regio-organisatie. Deskundigheidsbevordering wordt het vaakst genoemd, gevolgd door ICT en kwaliteit.

Inzichten voor advies- en besluitvorming

De uitkomsten van de kwalitatieve interviews zijn verwerkt in een notitie. Dit geeft betrokkenen bij ‘Samen Doen’ verder inzicht in de standpunten van zorgverleners over regionale samenwerking in de eerste lijn. Het directieoverleg en het bestuurlijk overleg van ‘Samen Doen’ gebruiken deze inzichten bij het opstellen van adviezen over de diverse beleidsterreinen en in het besluitvormingsproces om te komen tot een regio-organisatie.

Projectbegeleider Samen Doen: ‘Voorsprong voor deze regio behouden’

Dite Husselman is projectbegeleider van Samen Doen, het project in opdracht van Knooppunt Ketenzorg en ROHWN voor het op- en inrichten van een regio-organisatie. Naar aanleiding van de kwalitatieve interviews gaat Husselman in op de uitkomsten.

“Als projectbegeleider van Samen Doen heb ik met belangstelling uitgekeken naar de uitkomsten van de interviews. Een vraaggesprek met verschillende disciplines uit vier verschillende zorggroepen, dat moest wel een mooie aanvulling opleveren op de geluiden die ik al ken. Een groot risico bij zo’n project, dat veel zorgverleners raakt, is immers dat je als projectbegeleider steeds met dezelfde ‘bestuurlijk actieven’ aan tafel zit. Met elkaar in één bubbel, zoals we tegenwoordig zeggen. Dan is het bijzonder waardevol om bewust de bubbel te verlaten en de neus eens buiten de deur te steken.

Ik lees in de eerste plaats dat zorgverleners hechten aan goed functionerende wijksamenwerkingsverbanden (wsv’s). Ook de ondersteuning aan de praktijken en wsv’s wordt gewaardeerd. Dat is goed nieuws: in het regio-ontwerp hebben de wsv’s een centrale plek en zijn faciliteren en ondersteunen belangrijke werkwoorden.

Een tweede punt is de vertegenwoordiging van de monodisciplinaire verenigen. Vanaf het begin is de borging daarvan een belangrijke randvoorwaarde. Maar het thema ‘mono-multi’ puzzelt me wel. De afgelopen jaren ben ik vrijwel in het hele land betrokken geweest bij tal van dit soort initiatieven rond regionalisering. Ik ken geen gebied waar de opzet van multidisciplinair werken en bestuurlijke borging al zover is als in deze regio. En tegelijkertijd zie ik dat alle monodisciplinaire organisaties (veelal mono zorggroepen) nu de slag moeten maken naar multidisciplinair. Vanwege de zorgvraag (geen zorgverlener kan het meer alleen), vanwege het beleid (inkoop van de meeste zorgverzekeraars beweegt zich richting multidisciplinair) én vanwege de verwachting van patiënten. Het zou jammer zijn als in een discussie over mono-multi de voorsprong van deze regio ondersneeuwt.

Als derde punt is ‘er financieel niet op achteruit gaan’ ingebracht. Maar waar geldt dat voor? Als regio in zijn geheel, als wsv of als zorgverlener op praktijkniveau? Voor de regio als geheel mag verwacht worden dat de financiering op peil blijft, zeker gezien de toenemende werkzaamheden. De insteek zal zijn de wsv’s en praktijken beter en meer te faciliteren zodat die werklast ook inderdaad gedragen kan worden. Dus de financiële vertaling zou wel eens kunnen zitten in meer handjes en andere hulpbronnen. U mag verwachten dat we zulke afwegingen zo transparant mogelijk maken.

Het is goed om deze aandachtspunten weer even scherp in beeld te krijgen. Wat ik u in deze hele verandering vooral wil meegeven: wees trots op uw regio en de stap die we gaan zetten. Een afgebakende coherente regio met partners als LUMC, Boerhaave Nascholing en Alrijne. En geloof mij: ik ken veel regio’s met zorgverzekeraars die minder constructief zijn dan uw Zorg en Zekerheid.

Laten we gaan voor een regio met een eenduidige, gezamenlijke, georganiseerde eerstelijns organisatie, waarmee de woorden ‘Samen Doen’ nog meer waarde krijgen.”

Cookies

Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en functionaliteit te waarborgen.

Naast functionele cookies, plaatsen wij met uw toestemming ook analytische cookies om bij te houden welke pagina's op onze website het meest worden bezocht. Het programma dat wij hiervoor gebruiken is Google Analytics. Google Analytics is volgens de richtlijnen van De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) privacyvriendelijk ingesteld. Deze cookie slaat geen persoonsgegevens op.

Youtube
Video’s in pagina’s kunnen worden afgespeeld. Klikgedrag, bekeken video’s en aangepaste voorkeuren worden verzameld. Bezoekersinformatie wordt gebruikt voor advertentiedoeleinden.